© Rootsville.eu

Duvel Blues
Festival
Puurs (25-05-2024)

reporter: Marcel & photo credits: Freddie

info organisatie: Duvel Blues

© Rootsville 2024


Af en toe een festival meepikken op een dikke boogscheut van je voordeur, is altijd leuk meegenomen. Daarom kijk ik elk jaar uit naar DuvelBlues, festival met fijne muziek in het land waar “Den Duvel” rijpt, dus shtttt…

Vorig jaar hadden de mannen een zeer geslaagde feesteditie achter de rug en dit jaar kondigde de dag zich alweer leuk aan. Alweer 8 bands verdeeld over de grote en de kleine tent, enfin, iedereen die er al is geweest weet hoe het werkt natuurlijk. Deze acht kwamen zich voegen bij de meer dan 100 bands die de organisatie sinds 2002 had mogen ontvangen.

Het weer was niet echt schitterend, regen en nog eens regen, een mens zou er moedeloos van worden. Gelukkig doet muziek veel en in de loop van de vroege namiddag trokken de regenwolken weg en kwam te zon tevoorschijn. Ons humeur verbeterde met de muziek. Na het begroeten van de vele vrienden, waarvan we er sommigen in een tijdje niet meer had gezien, en het nuttigen van een frisse Duvel of waren het er twee? (tja, wat dacht je?), waren we er helemaal klaar voor.

Starten deden we in de grote tent met de lokale helden van Barrel Aged Moonshine. Ik was al goed bekend met de muziek van deze sympathieke gasten en had ze onlangs in Aartselaar op de eerste editie van Blues Zuidrand, een puike prestatie weten neerzetten. Deze achtkoppige formatie swingt als de beesten en laveert moeiteloos tussen de pure blues, old style rock ’n roll en een streepje jazz. Ideaal om de dag te beginnen dus.

De band bestaat nog steeds uit "Big Ben Bullet" Pittoors en Kris "Smokestack B." van Bosstraeten, Paul Verschelden aan de drums, Jos Vermeulen op double bass, Steven Prinsen aan de toetsen, Stef Spiessens op trompet en flugel, Dany Verleyen op baritone sax en klarinet, Rudi Wouters op tenor en altsaxofoon. Voor de gelegenheid hadden ze vandaag Bie Willems meegebracht, een dame met pit en een zeer mooie stem, zou later blijken.

Het werd alweer een fijn optreden dat begon met ‘Strollin’ en ‘Satellite’ van Colin James. De blazers waren weer prominent aanwezig en deden hun werk zoals het hoort. Er werd vervolgd met ‘Rocket 88’ van Jackie Brenston en ‘I Put A Spell On You’. Het klonk weer allemaal heel warm met goede solo’s en een strakke ritmesectie, terwijl Ben zijn harmonica liet snerpen. Richting het einde kregen we nog een aantal fijne nummers op ons bord met onder andere ‘Just A Closer Walk With Thee’, ‘Automatic’ en ‘The Blueswalk’. Conclusie: alweer een zeer goede prestatie van deze jongens en de perfecte opener van de dag. Well done boys!


Vandaar trokken we voor het eerst naar de kleine tent, waar naar goede gewoonte de “akoestische” optredens doorgaan. Deze namiddag mocht Ralph De Jongh de spits afbijten. Ralph was al in 2008 te gast in Puurs en vandaag kwam hij zelfs met band langs. Ralph de Jongh werd geboren in Roosendaal op 31 juli 1975. Buiten het feit dat de man afstudeerde als wijsgeer kunst en cultuur, Antieke Chinese wijsbegeerte met betrekking tot de plek van muziek in de samenleving, is hij een begenadigde blueszanger, gitarist en componist.

Zijn houten klompen, die hij als percussie-instrument gebruikt, zijn ondertussen zowat zijn handelsmerk geworden. Buiten Ralph (zang, gitaar en harmonica) bestaat het trio uit Nico Heilijgers op bas Tim Birkenholz aan de gitaar en Arie Verhaar aan de drums.

Ralph zat nog niet goed neer of daar gingen de schoenen en werden de klompen aangetrokken. De band was er klaar voor en wij ook en het was nodig want het viertal trakteerde ons op een zeer goede set met dingen als ‘Sweet Darling’, ‘Singing That Blues’ en zelfs op aanvraag ‘Wild Horses’ van Rolling Stones of ‘Harry’, geschreven voor Harry Muskee van Cuby & The Blizzards. Tim Birkenholz was mij totaal onbekend maar speelde zeer sterk met geregeld een uitgemeten solo, wetende dat Ralph de trekpleister is van de band.

Ralph zelf ontgoochelde niet en zat geregeld weg, volledig in de flow van zijn muziek. Het klonk soms ruig en rauw en hill-country blues achtig met geregeld een stevige boogie erachter aan, die al even rauw klonk. Dit was alweer topwerk van Ralph De Jongh, maar eerlijk gezegd ik had niets anders verwacht.

Veel rust wordt de burger niet gegund want daar stond Kaz Hawkins al klaar op het grote podium. Deze Noord-Ierse, geboren en getogen in Belfast, woont thans op het Franse platteland en won ooit de European Blues Challenge.

Ze kent de kunst om Etta James, Nina Simone en Janis Joplin in de herinnering te brengen tijdens haar live-shows, waar ze zich steeds ten volle weet te geven en weet als geen andere blues, soul en jazz te vermengen met haar Keltische roots. In haar band een aantal bekende figuren zoals onze eigenste Stef Paglia op gitaar en Cédric Le Goff aan de toetsen. Verder Julien Boisseau op bas en Amaury Blanchard op drums.

Kaz ging er al onmiddellijk stevig in met ‘Pray’, nummer met veel ritme en waarbij Stef Paglia al direct zijn gitaarduivels mocht ontbinden. Met haar imposant figuur en haar sterke stem weet ze de volle tent in te palmen en dit heeft ook vooral te maken met de keuze van haar songs zoals ‘Get Up & Go’, ‘Don’t Make Mama Cry’ of ‘Drink With The Devil’. Ze weet zich ook gesteund door een ijzersterk band en niet in het minst door toetsen wizzard Cédric Le Goff.

De band speelt ijzersterk en is een perfecte aanvulling van de présence van Kaz Hawkins zelf. Ze wist mij te bekoren met songs als ‘Because You Love Me’, ‘Woman’, ‘Born To Be Lovers’ om uiteindelijk haar set in schoonheid af te sluiten met ‘I Wanna Make Love To You’. Fijn optreden waar ik van had genoten.

Alweer een volksverhuis richting de kleine tent voor het optreden van Nathan Bell. Bell werd geboren in Iowa City, Iowa en verblijft thans in Chattanooga Tennessee. Op zijn 57ste kan hij zich meten met mensen als Guy Clark en John Prine, Americana van het hoogste niveau dus. Hij is een muzikaal talent die focust op de verhalen van de kleine man met muziek die recht uit hart en nieren komt. De man wist mij direct in te pakken met zijn songs, fingerpicking style, al beginnend met ‘Lucky Man’, ‘All That You Carry’ of ‘American Blues’.

Zeer intiem optreden want het was muisstil in de tent. Zijn teksten zijn schitterend en geëngageerd en reflecteren wat er zich afspeelt in de huidige maatschappij. Ik denk aan bijvoorbeel ‘Retread Cadillac’, ‘Jezus Of Gary Indiana’, ‘Just A Name’ of ‘The White Collar Workman Blues’. Je kan natuurlijk de discussie aangaan of dit al niet blues is, maar mij maakt het niet uit, dit was gewoon goed en dat is voor mij al wat telt. 'Bell' zou in de loop van de avond nog eens terugkomen voor een tweede, al even pakkende set.

Terug naar het grote podium waar we getrakteerd zouden worden op Elliott Murphy & The Murphyland Band. De man woont al meer dan 30 jaar in Parijs en heeft ondertussen zo’n 35 albums op zijn naam staan. Bezige bij dus. Deze man, die Springsteen en Dylan onder zijn vrienden mag rekenen werd zelfs gedecoreerd als “Chevalier des Arts et lettres” door de Minsiter van Cultuur van Frankrijk in 2018.

Naar goede gewoonte heeft hij ook gitaarvirtuoos Olivier Durand meegebracht maar ook zijn voltallige band, bestaande uit: Alan Fatras (drums) en Melissa Cox (viool). Ik denk niet dat de kwaliteiten van Murphy nog in de verf dienen te worden gezet, gezien het palmares die de man bij elkaar heeft gespeeld en veel last van de ouderdom blijkt de man op het podium niet te hebben, want vanaf het begin met ‘Rock Star’, waar hij en Olivier van start gaan, wordt de gashendel opengetrokken en hij blijft gas geven met ‘Not Enough Time’ en ‘Green River’, waarbij Fatras en Cox het tweetal hebben vervoegd op het podium.

Alweer een band die een sterk geheel vormt, niet moeilijk natuurlijk als je zolang met elkaar het podium deelt. ‘Decodance’, ‘Fuck’ en ‘Coffee’ zijn enkele nummers die op de aanwezigen werden losgelaten en blijkbaar lustte iedereen en pap van. Eerlijk, het was ook goed natuurlijk. Met ‘You Never Know’ en ‘Kindness’ sloten Elliot Murphy en zijn band hun deel van het festival af. Nice!

Na de tweede set van Nathan Bell in de kleine tent was het alweer op het hoofdpodium te doen, waar ondertussen Tom Rigney met zijn Flambeau zich had klaargezet voor de volgende set. Het is niet de eerste keer dat deze band op het podium staat in Puurs, maar zowaar de derde keer, de laatste keer was zelfs nog maar 2 jaar geleden. Misschien iets teveel van het goede? Rigney kan met zijn aanstekelijke muziek de tent in vuur en vlam zetten. Zydeco, blues en folk, het maakt hem allemaal niet uit en kan een dode tot leven wekken.

Hij tovert de meest opzwepende klanken uit zijn viool en brengt je rechtstreek naar de swamps van Louisiana, het werd tijd om de dansschoenen aan te trekken. Bij deze wordt hij bijgestaan door Danny Caron (gitaar), Caroline Dhal (piano), Brent Rampone (drums) en Steve Parks (bas). En zoals te verwachten zette hij de Duveltent direct op zijn kop et de opzwepende instrumentaal ‘Hounded’. Het bleef opzwepend met ‘Drivin’ That Thing’ waar we ons meteen in de swamps van Louisiana waanden. Rigney en zijn bende deed er nog een schep bovenop en bracht het Mardis Gras-gevoel naar Puurs met het knappe ‘Mama Rosin’.

Swampblues kregen we met ‘Rigos Blues’ en het Fais-do-do gevoel kwam er met ‘Do The Zydeco’. Ambiance alom met een Rigney dat met zijn viool het podium afdweilde en een band dat weet waar Abraham de zydeco-mosterd vandaan haalt, kortom: fun alom. Boogie mocht er niet ontbreken en we werden op onze wenken bediend met ‘Carolines Boogie’. Ook klassiekers als ‘House Of The Rising Sun’, ‘C’est La Vie’ en het alom bekende ‘Jambalaya’ ontbraken niet op het appel. Er werd in schoonheid afgesloten met de ‘Swamp Beat Boogie’. Punten voor amusement 10 op 10!

In de kleine tent stonden we voor het laatste optreden van de avond, met niemand minder dan Eden Brent, die als ik mij niet vergis ook al eens een passage had gemaakt op DuvelBlues jaren geleden. Zelf had ik de dame eens gezien in Greenville, Mississippi, waar ze een schitterend concert had gegeven.

Tijd om de dansschoenen boven te halen, it’s time to boogie! Eden Brent verstaat de kunst om iedereen vanachter haar piano te entertainen met haar swingende muziek. Haar nieuw album ‘Getaway Blues’ wordt volgende maand op de markt gegooid en DuvelBlues was de ideale plek om deze aan het grote publiek voor te stellen. En dat deed ze ook. Podium opstappend met de Duvel in de hand om nadien van jetje te geven met de titeltrack van haar nieuwste plaat ‘Getaway Blues’. Piano blues en boogie, dat stond er nu op de menu en Eden haalde met ‘Watch The World Go By’ en ‘He Talks About You’, het tempo even naar beneden. By the way ook 2 songs die op de nieuwe plaat staan.

Met ‘Mississippi Flatland Blues’ dook ze even terug in de tijd en ging het tempo terug de hoogte in. Ik vond ze bijwijlen echter iets te schreeuwerig, net op de grens tussen zingen en schreeuwen, maar haar pianospel is meer dan uitstekend. Met ‘Just Because I Love You’ en ‘You On My Mind’ presenteerde ze er weer twee van het nieuwe album, wat maakte dat wij vanavond zo goed als de plaat volledig te horen kregen. Buiten het bij wijlen ietwat schreeuwerige, vond ik dit wel een zeer fijn optreden.

Het was ondertussen wel al laat geworden maar er stond ons nog één optreden te wachten op het hoofdpodium met SaRon Crenshaw. Crenshaw leerde gitaar spelen op tienjarige leeftijd. Hij is een uiterst getalenteerde gitarist. In de jaren '70 en '80 verdiende hij zijn brood met het spelen van basgitaar voor verschillende bands en heeft met tal van bekende artiesten het podium gedeeld. Saron's liefde is de blues en hij is geïnspireerd door enkele van de grootste zangers en muzikanten aller tijden, B.B. King, Albert King, Albert Collins, Stevie Ray Vaughan en Buddy Guy om er maar enkelen te noemen. Hij wordt bijgestaan door de mannen van Blind B & The Visionairs, zo hebben we Bart Kamp aan de bas, Frank Duindam aan de drums en Edwin Risbourg (The Bluesbones) op Hammond & piano.

En net zoals vorig jaar trouwens, viel het op dat ondanks het late uur, de grote tent nog wel heel goed was gevuld, ik heb het ooit anders geweten. De band startte met een furieuze instrumentaal, waarbij Frank Duindam met zijn drumwerk, al een stevig visitekaartje achterliet. Direct stevige ambiance en een song over een huis met 22 kamers en een vette en lang uitgesponnen versie van ‘Build For Comfort’ waarna hij zich nadien afvroeg ‘Baby, Why Are You So Mean?’  SaRon weet van wanten, kan zeer goed overweg met de gitaar en serveerde ons een pittige pot blues zoals wij het graag hebben.

Jammer genoeg werd het al laat en tijd om huiswaarts te rijden, de oude botten begonnen vermoeid te raken. Ik heb genoten van deze editie van DuvelBlues, hoewel ik ietwat sceptisch was bij het zien verschijnen van de affiche. Ik heb duidelijk mijn mening moeten aanpassen. Voor mij hoef het niet altijd puur blues gericht te zijn, als ik blijgezind naar huis kan rijden, dan heb ik een goede dag beleefd. Nathan Bell was voor mij alvast een mooie ontdekking, voor de rest niets anders dan lof voor de organisatie die, zoals gewoonlijk weer picobello in orde was.

Merci DuvelBlues en tot noste joar !!!

en we zongen van...Lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria!

lekker eten...

het neefje van Den Duvel, ons Bolleke...

en uiteraard ook 'Happy' Duvel


en vana één, en vana twie, en vana drei

en nog eens ne gelukkige...

smakelijk Gust dat heb je weer goed gedaan!